FYI.

This story is over 5 years old.

Amsterdam

De nieuwe fotoserie van Roe Ethridge is een melancholische reflectie op het naderende einde van de zomer

Shelter Island is een gebalanceerd portret van een gezin op vakantie en daarnaast een bijzondere reflectie van het oeuvre van Ethridge.
Alle foto’s © Roe Ethridge. Met dank aan Gladstone Gallery, New York en Brussel

Zippora Elders is curator bij Foam en verantwoordelijk voor de tentoonstelling Roe Ethridge – Shelter Island.

Roe Ethridge (1969, Verenigde Staten) is internationaal een grote naam in de mode- en reclamefotografie. Ook zijn autonome werk heeft een groot bereik bij vakgenoten, galeries, verzamelaars en tijdschriftredacties, maar bij het bredere publiek is dat vrije werk minder bekend. Toch zijn beide kanten van zijn praktijk onlosmakelijk verbonden. Zo volgt zijn nieuwste boek en fotoserie, Shelter Island, een intiem verhaal dat hij in beeld brengt op een manier die doet denken aan commerciële fotografie, terwijl hij tegelijkertijd verwijst naar de klassieke genres van de discipline, zoals het portret, het landschap en het stilleven. De serie is bovendien een bijzondere aanvulling op Ethridge’s oeuvre, die zijn thema’s – het Amerikaanse materialisme, het leven in de buitenwijken, de spanning tussen kunstmatig en natuurlijk – steeds opnieuw beschouwt en uitrekt tot een eindeloos herhalend narratief.

Advertentie

Kite in the Water, 2015.

Ethridge maakte de serie op het meest oostelijke deel van Long Island in New York, waar hij zijn gezin fotografeerde rondom het typisch Amerikaanse ‘Kit House’ dat ze afgelopen zomer huurden. Daar trokken de opgeborgen bezittingen van de oorspronkelijke eigenaars en hun kinderen zijn aandacht. De fotograaf vangt zijn omgeving met een scherp oog voor detail, en combineert het glossy effect van commerciële fotografie met het persoonlijke van eigen werk. Het resultaat is een serie die tegelijkertijd vertrouwd en ongemakkelijk overkomt, en zowel nostalgisch als hedendaags aandoet.

De gefotografeerde objecten vertellen een verhaal over een kindertijd vol ongedwongen zomers, die geheel volgens Noord-Amerikaanse traditie besteed worden. We zien opgestapelde colaflessen, een jongen die speelt met een honkbalknuppel, een kleurrijke vlieger en een schitterende gevonden schelp. Shelter Island is geen idealisering van deze symbolen, maar eerder een melancholische reflectie op het naderende einde van de zomer. Hoewel de zon nog straalt in de foto’s, is een boeket met bloemen al in verregaande staat van verwelking, vangen de flessen enkel nog stof, en ligt de vlieger bewegingloos in het water. Een grid van iPhone screenshots, gemaakt door Ethridge’s dochter, verkent de marges van het narratief. In Ethridge’s onderscheidende techniek wordt het onderwerp van het verstrijken van de tijd – en van de jeugd – zowel gestileerd als persoonlijk gemaakt.

Advertentie

Greta, Sactrifice Your Body, 2015.

In 2014 kwam het fotoboek Sacrifice Your Body uit, met heel ander werk maar eenzelfde persoonlijke insteek: Ethridge onderzocht de band met zijn moeder. In 2011 was hij al naar Florida gegaan om foto’s te maken in haar geboortestad. Toen hij hier jaren later naar keek, zag hij overeenkomsten met motieven die hij in de tussentijd in zijn commerciële werk had gebruikt: de suburban mom, de beelden van lange telefoongesprekken, de referenties naar sport. ‘Sacrifice Your Body’ is de kreet die hij van de moeders aan de kant hoorde, toen hij op de middelbare school American football speelde.

Ook zijn eigen oeuvre haalt Ethridge steeds opnieuw uit elkaar om het anders te schikken – op te offeren, zo je wilt. Hij communiceert zijn fascinaties door ze van alle mogelijke perspectieven te benaderen, met de klassieke genres van de fotografie (en de beeldende kunst) altijd in het achterhoofd. Een conventioneel fotodocumentair narratief komt niet bovendrijven – eerder brengt hij verschillende elementen en motieven samen in een heel eigen combinatie. In Shelter Island gebeurt veel: de portretten met zijn zoontje, het karakteristieke beeld van colaflessen in een krat, de aangespoelde vlieger, en de foto van Pamela Anderson die als een hedendaagse bacchante een tros druiven naar haar zwoele lippen laat zakken. Ethridge’s rusteloze en meervoudige blik is overduidelijk aanwezig, maar de uiteindelijke selectie is zorgvuldig en doordacht – volgt het ritme van het onderwerp. De serie is een gebalanceerd portret van zijn gezin op vakantie, samengesteld door een zichtbaar geoefende beeldredacteur.

Advertentie

Apples, 2013

In de jaren negentig, toen Ethridge fotografie studeerde aan The Atlanta College of Art, waren de dagboekachtige, emotionele portretten van Nan Goldin behoorlijk invloedrijk. Maar hij voelde zich juist aangetrokken tot de objectieve fotografie, die destijds herleefde in Duitsland: de monumentale architectuurfoto’s van Andreas Gursky, de zakelijke portretten van Thomas Ruff, de gedecideerde families van Thomas Struth. Hoewel Ethridge’s foto’s niet zozeer ‘objectief’ zijn, zien we die invloed nog steeds terug. Zijn beelden hebben vaak iets afgeronds en glads, alsof hij zijn onderwerpen – hoe persoonlijk ook – steeds met een zekere afstand weet te benaderen.

Interessant genoeg is hij vooral blij met de foto’s die hij per ongeluk schoot. Vaak zijn die foto’s gemaakt voor commerciële shoots die de selectie niet haalden, maar die hij ook niet in het archief wilde laten verdwijnen. Omdat het opdrachtfoto’s zijn, doen ze in de context van beeldende kunst denken aan stockfotografie. De onderwerpen worden motieven, types. Ethridge’s werk toont vaak die dualiteit: enerzijds is het gemaakt met een afgebakend doel, anderzijds spreekt het universele motieven en verhalen aan. Het gaat over mensen en het leven, en dat maakt het zowel intiem als algemeen.

Ook het terugkeren naar onderwerpen en een eindeloze analyse van de (eigen) foto’s (van die onderwerpen), kennen we uit de Duitse fotografiegeschiedenis – daarbij kun je denken aan de planten van Karl Blossfeldt, de portretten van August Sander en de architectonische structuren van Bernd en Hilla Becher. In Ethridge’s series zien we eveneens een bijna typologische benadering: hij bekijkt en ordent zijn onderwerpen steeds weer opnieuw, alleen dan vanuit uiteenlopende perspectieven en gebruikmakend van diverse stijlmiddelen.

Advertentie

Durango in the Canal, Belle Glade, 2011

Types of niet, de foto’s van Roe Ethridge zijn nooit perfect. De dualiteit zet zich door in het terugkerende aspect van ‘iets dat net niet klopt’. Dat maakt het werk zo spannend, juist omdat de foto’s iets kunstmatigs hebben: Ethridge simuleert de alledaagse realiteit, of stileert juist de klassieke genres van de fotografie, maar zijn benadering is subtiel – nooit te ver doordacht.

De foutjes mogen en moeten er zijn, ze brengen ons terug naar het echte leven. In Sacrifice Your Body zien we een Dodge Durango SUV in het water wegzinken, simpelweg omdat Ethridge niet goed geparkeerd had. Het resultaat is een volmaakte foto van een overduidelijke mislukking: we voelen machteloosheid rond het verlies, en tegelijkertijd worden we aangetrokken door een prachtig beeld. De foto’s zijn zowel aantrekkelijk als verontrustend, zo legt Ethridge uit: “Ik hou ervan om iets dat er heel gewoon uitziet te verheffen tot iets speciaals, of juist om iets dat helemaal fucked-up is te presenteren alsof het iets heel simpels is. Ik fotografeer graag een pitloze watermeloen, maar voor hetzelfde geld een dode hamerhaai.” Of natuurlijk dat bekende fenomeen: het auto-ongeluk waar je naar blijft staren.

Hammer Head Shark, 2004.

In die tegenstrijdigheid rond perfectie en kunstmatigheid herkennen we een meester van de generatie boven Ethridge, namelijk de Amerikaanse conceptuele kunstenaar Christopher Williams. Sinds de jaren zeventig doet Williams formeel onderzoek naar het medium fotografie, met name in relatie tot reclame. Zijn foto’s bekritiseren het commerciële gebruik van fotografie, maar behouden hun verleidingskracht. Dat ontwricht de blik en zet ons aan het denken: zo trekt Williams die persoonlijke interesse naar een metaniveau. Ook de series van Ethridge verkennen hun eigen thema’s, en door de foto’s opnieuw te schikken en in verrassende combinaties samen te brengen, verheft hij ze naar een gelaagde, conceptuele reflectie. Williams gaat van shoot tot presentatie uiterst zorgvuldig en vasthoudend te werk. Bij Ethridge daarentegen is meer ruimte voor spel – in de geest van de ondeugende conceptuele kunstenaar John Baldessari, die op zijn beurt weer de leermeester van Williams was.

Advertentie

Eveneens uit het nalatenschap van Baldessari komt The Pictures Generation van de jaren zeventig en tachtig, waartoe kunstenaars als Sherry Levine, Richard Prince en Cindy Sherman behoren. Ze vielen destijds op door het gebruik van bestaande beelden die sterk verbonden zijn met de Amerikaanse consumptiecultuur. Ethridge maakt deel uit van een nieuwe generatie die dit doorzet: in 2010 was post-appropriative practice de gemene deler in de groepstentoonstelling New Photography van het Museum of Modern Art in New York, waarvoor Ethridge geselecteerd was. Ook hij ‘approprieert’ foto’s die al circuleren, bijvoorbeeld uit kranten, tijdschriften, catalogi en stockarchieven.

Maar Ethridge leent niet alleen de beelden, ook zijn onderwerpen zijn uit het dagelijkse leven gegrepen. Een andere grote invloed is dan ook de Canadese fotograaf Jeff Wall, die kleine momentopnames opblaast tot universeel-menselijke verhalen. Zijn ogenschijnlijk realistische voorstellingen onthullen bij nadere inspectie iets geks of onmogelijks en bevragen tot in elk detail het (on)vermogen van het medium om ‘de waarheid’ vast te leggen. Een laatste die niet ongenoemd kan blijven is daarom Andy Warhol, de kunstenaar die de lage cultuur tot hoge kunst verhief, en de beroemde uitspraak deed: "When you do something exactly wrong, you always turn up something."

Stevig geworteld in de Noord-Amerikaanse en West-Europese tradities, staat Ethridge – die met grote teams werkt en lesgeeft op onder meer Yale University – inmiddels zelf aan het begin van een hedendaagse ontwikkeling, waarin wordt gereflecteerd op de synthetische aspecten van fotografie. Jonge kunstenaars – bijvoorbeeld Lucas Blalock, Daniel Gordon en Kate Steciw – onderzoeken de plastische aard van de discipline. Zelf zijn ze al net zo hybride als hun foto’s: opgegroeid met het internet, verzadigd van beeld, uiterst vaardig in beeldbewerking en werkzaam in het commerciële veld. Bekend met de historie van het medium, mengen ze visuele technieken, geschiedenissen en betekenissen moeiteloos tot nieuwe beelden en narratieven.

Advertentie

Apple and Cig, 2006

Hoewel het beeld als eerste in het oog springt, is Ethridge’s werk ook uitermate literair van aard. De ongemakkelijkheid in zijn foto’s wordt vaak gerelateerd aan de verhalen van filmregisseur David Lynch en schrijver Carl Hiaasen, die in hun werk het materialisme van het Amerikaanse leven ondermijnen. Ethridge’s samengestelde fotoseries doen in eerste instantie denken aan een stockarchief, maar daarna komen aspecten van nostalgie en onbehagen naar voren, geven de non-lineaire combinaties de individuele foto’s nieuwe betekenis en wordt het alledaagse plotseling mysterieus.

Ethridge groeide op in Dunwood Village, een voorstad van Atlanta in de Amerikaanse staat Georgia, en in zijn werk is het dagelijkse leven in ‘suburbia’ een terugkerend onderwerp. In de serie County Line uit 2005 brengt hij foto’s samen die hij maakte in de voorsteden van Atlanta en Long Island, en rond de Canadian Rockies. We herkennen duiven, postbezorgers, automodellen, de maan, dode haaien, dennenbomen, cataloguspagina’s, bergen, snelwegen, industriële landschappen en kelders. De (stedelijke) landschappen doen denken aan reisfoto’s, de gefotografeerde spullen worden een soort props en de bewoners lijken figuranten in reclames. Reeds in deze vroege serie beschouwde Ethridge zijn fascinatie, het Amerikaanse leven in de suburbs, vanuit verschillende oogpunten en toonde hij zich bovendien een unieke verteller.

Auggie with Dead Crab, 2015

Meer nog dan een fascinatie is de fuga. De fuga is een compositievorm in de klassieke muziek, vooral bekend van Bach, waarin herhaling een belangrijke rol speelt. Maar het verwijst ook naar een mentale staat van angst en onrust. Ethridge gebruikt die dubbele betekenis als methode. Als muziekvorm draait de fuga om meerstemmigheid en gevarieerde herhaling; middels contrapuntische technieken wordt het thema steeds anders gespeeld (omgekeerd, gespiegeld, versneld et cetera). Het heeft iets obsessiefs: steeds terugkeren naar onderwerpen en daar tegelijkertijd enorm tegenop zien. Inderdaad, hoewel een pionier in zijn soort, is Ethridge niet de eerste fotograaf die de ingewikkelde dingen des levens met zijn camera wil vangen om ze behapbaar te maken.

Terug naar de veilige wereld van Shelter Island. In een intieme, afgezonderde omgeving geniet de jonge familie van het huis, de natuur en elkaar. De verwijzingen en symbolen uit de Amerikaanse cultuur maken het nostalgisch, terwijl de glanzende, heldergekleurde beelden tegelijkertijd iets futuristisch hebben. Ethridge legt de zomervakantie van het gezin onvermoeid vast met zijn camera. Zijn kinderen maken op hun beurt screenshots van zijn iPhone-fotoalbum. Als hij dat ontdekt, hoeft hij geen seconde na te denken. Natuurlijk voegt Ethridge het screenshot toe aan de serie! De foto is een bijzondere reflectie van zijn oeuvre: een eindeloze ketting van foto’s van zijn omgeving, herhaling na herhaling, dezelfde onderwerpen steeds net anders in beeld gebracht, werk en privé moeiteloos afgewisseld – een contextloos, non-lineair levensverhaal, uitgerekt tot het uiterste.

Het is een glimp van een wonderlijke toekomst die volledig wordt gedomineerd door beeld van beeld van beeld. De galeriebezoeker denkt nog naar een kunstmatige stockfoto of klassieke advertentie te kijken, maar de kinderen van Roe Ethridge weten wel beter.

Dit artikel is gebaseerd op de publicatie Roe Ethridge – Opoffering en Repetitie van Foam Museum voor Fotografie, uitgegeven ter gelegenheid van de tentoonstelling Roe Ethridge – Shelter Island die van 8 april tot en met 5 juni te zien is in Foam.