FYI.

This story is over 5 years old.

Seks

Prop het er maar lekker in

In het Braziliaanse regenwoud worden dromen over latex werkelijkheid.

Foto's door Matheus Chiaratti

Jenni past de bestverkopende handschoen van Fetisso in het fabrieksmagazijn.

Ergens in het midden van de jaren zestig speelde de kleine Willi Graper in zijn eentje op de boerderij van zijn grootouders, nabij het kleine Zwitserse dorpje Vordemwald. Toen hij de keuken binnenwandelde, viel zijn oog op iets dat bovenop een mand oude kleren lag: een paar gele latex keukenhandschoenen. Hij trok ze aan. Ze gaven hem een raar gevoel, en meteen begreep hij wat voor kracht er van deze handschoenen uitging. Met de handschoenen nog aan stapte hij weer naar buiten, en greep hij in een koeienvlaai. Het was een hem toen nog onbekende sensatie—met zijn vingers in de koeienkak knijpen maar het niet echt aanraken.

Advertentie

De kleine Willi wist dat hij met deze handschoenen aan zijn vingers weg zou kunnen komen met allerhande verboden zaken. Hij raakte giftige planten en rode mieren aan, dompelde zijn arm onder in de beek en viste de bloedzuigers uit het water. Hij durfde het zelfs aan om een gelatexte vinger in de anus van een arm rund te stoppen. Het voelde sensationeel. Toen hij een aantal jaar later begon te masturberen, droeg hij de handschoenen natuurlijk ook. Zoals iedere brave Zwitserse jongen had hij geleerd dat zelfbevrediging verkeerd was, maar met de handschoenen aan was het voor Willi een heel andere kwestie. De handschoenen boden bescherming tegen zonde, als een soort magische talisman tegen het oordeel van God. Wel besefte hij dat andere materialen, zoals leer, niet dezelfde aantrekkingskracht op hem hadden. Latex was zijn ding, en Willi kon niet meer ontkennen dat hij een fetisj had. Op dat moment kon hij nog niet vermoeden dat hij dankzij zijn vieze geheimpje decennia later de trotse eigenaar zou zijn van een lucratief fetisjkledingimperium in een paradijslijk stukje Braziliaans regenwoud.

Willi was niet de eerste die in de ban raakte van latex, het witte goedje dat uit de stam van de rubberboom komt druipen. Toen Willi een geile puber was stuitte hij in een prullenbak op een pornoblaadje dat volledig gewijd was aan vrouwen in latex. Op dat moment besefte hij dat hij niet alleen was—er waren anderen in deze wereld die zijn obsessie met het materiaal deelden. Willi begon zich meer te verdiepen in zijn voorkeur. Zo leerde hij bijvoorbeeld dat het woord fetisj afstamt van de term ‘feitico’—de Portugese naam voor Afrikaanse beeldjes die door Afrikanen verafgood werden, en waarvan men dacht dat ze behekst of bezeten waren. Voor fetisjisten geeft het feit dat ze een bepaalde stof kunnen dragen en zich ermee kunnen omhullen, de kleding ineens een hyperseksuele lading. Fetisjes en seksuele identiteit zijn heel persoonlijk bepaald, dus hoewel het niet moeilijk is om bepaalde patronen te herkennen, is er niet één historische lijn aan te wijzen. Wel waren veel fetisjisten na de Tweede Wereldoorlog dol op beschermende materialen als gasmaskers. Sommige fetisjisten gebruiken latex dan ook om zich veilig, beschermd of juist gevaarlijk te voelen. Anderen houden er gewoon van om ingekapseld te zijn door een glanzende tweede huid. In de jaren veertig en vijftig publiceerde Bizarre Magazine illustraties en foto’s van dames die zich in latex hadden gehuld en zich in allerlei kinky situaties bevonden. Tegen de jaren zeventig introduceerden designers als Vivienne Westwood het fetisjisme in de modewereld.

Advertentie

Dianne Brill, een muze van Warhol, stak zich vervolgens in een wit omzoomd latex pakje en werd door People Magazine uitgeroepen tot de koningin van het New Yorkse nachtleven. Een decennium later had schrijfster Candace Bushnell zich in een rubberjurk gehuld voor Vogue, wat resulteerde in drie dates, een huwelijksaanzoek en een ontmoeting met een televisieproducent—twee jaar later ging haar serie Sex and the City in premiere op HBO. Lady Gaga droeg latex bij haar ontmoeting met Koningin Elizabeth. Anne Hathaway gaf toe dat het latex Catwoman-pakje dat ze in The Dark Knight Rises droeg haar voorgoed heeft veranderd. Aan Allure vertelde ze: “Dat pakje… ik kon nergens anders meer aan denken dan aan dat pak… het hield al mijn gedachten een jaar lang in een houdgreep.”

Willi zette zijn zelfverwerkelijking voort in de jaren zeventig en ging naar India en San Francisco om zichzelf te zoeken. Uiteindelijk brachten zijn reizen hem naar Brazilië, naar de stad Recife, waar hij tussen de suikerrietplantages en tropische stranden van de dorre Noordoostkust van het land naar een thuishaven zocht. Daar vond hij een plek waar hij alleen van had durven dromen—een heuvel boven het kleine kustplaatsje Japaratinga, in de schaduw van de palmbomen en direct aan het strand. Hij had filosofische boeken over utopische idealen gelezen en stelde zichzelf een eenvoudig leven aan zee voor, omringd door natuur, vrienden en familie. Hij kocht het stuk land en haalde Fritz Liechti, een bevriende expat, over om zich bij hem te voegen. Ze bouwden een commune en smeedden plannetjes om hun geld buiten de stad te verdienen. Ze zagen weinig brood in de kokosnoten en het suikerriet van het arme gebied, maar er bleek in die regio nog een andere stof te zijn: rubber. De punkbeweging was in volle gang en Willi’s fetisj was ineens niet zo vreselijk raar meer. Hij keek rond in de Braziliaanse jungle en zag daar geld aan de bomen groeien.

Advertentie

Dat was het begin van Fetisso Latex. Tegenwoordig maakt het bedrijf vijftig soorten handgemaakte latex fetisjkledingstukken en exporteert het producten naar seksshops in Europa, Noord-Amerika, Japan en Australië. Fetisso heeft een trouwe klantenkring, en de producten houden het midden tussen goedkope, eenmalig draagbare latex en de latexcouture waar de kenners zo dol op zijn. Hoewel fetisjisten niet per se de groenste doelgroep zijn, houdt Fetisso Latex wel rekening met het milieu: de Braziliaanse rubberbomen bieden—naast frisse lucht—ook waardevolle schaduw voor laaggroeiende flora en laaglevende fauna.

In de fetisjwereld staat Fetisso voor toegankelijke latex van hoge kwaliteit. Maar voor de locals van Japaratinga biedt de fabriek een alternatief voor de suikerrietvelden en raffinaderijen. Het dorpje is zelf vrij eenvoudig: de meest in het oog springende attracties zijn de kerkjes, een café en een paar winkeltjes. Ik had gedacht dat de kerkelijke gemeenschap in de regio zich niet op zijn gemak zou voelen met dit buitenlandse plezierpaleis bovenop de heuvel, maar de meeste inwoners lijken vooral blij met Fetisso. Dit jaar nog publiceerde een lokale krant een artikel waarin uitgebreid gepronkt werd met het feit dat deze fabriek de enige in zijn soort is in Brazilië.

Het overgrote deel van Fetisso’s clientèle komt uit Europa, maar de omzet in de Verenigde Staten is ook sterk aan het stijgen. Pornoster Paris Kennedy ontdekte Fetisso twee jaar geleden, toen ze tijdens een conferentie een legging van het merk probeerde. Nu is die legging haar favoriete latex kledingstuk. Ze kan het aantrekken zonder glijmiddel—schijnbaar uniek voor kleding die zo strak zit—en het zit haar als gegoten.

Advertentie

“Als je latex draagt wordt alles aangezogen en strak,” vertelde Paris me. “Je bent een soort powerversie van jezelf. Daarom zal het wel zo populair zijn bij meesteressen. Het geeft je een sterk en machtig gevoel.”

Dat was niet mijn persoonlijke ervaring toen ik voor het eerst een latex kledingstuk paste. Hoewel het me verbaasde hoe makkelijk het was om aan te trekken, voelde ik me toch als een benauwde worst in een te strak darmpje. Ik wilde de specifieke kracht van latex ontdekken, en daarom ging ik naar de bron. Japaratinga ligt in een verlaten uithoek van Alagoas, een Noordoostelijke deelstaat van Brazilië. Het is niet gemakkelijk om er te komen. Het kostte me drie vluchten, vier uur in een auto, één ferry en een korte aanvaring met de militaire politie om er te komen. Onderweg passeerde ik wagentjes die door ezels werden voortgetrokken, bergen gedroogde kokosnoten, kinderen die mango’s verkochten en oude dametjes die ons routeaanwijzingen gaven als “Vai embora sempre” (“Ga voor altijd door”).

Dat deed ik, door golvende valleien vol heldergroene suikkerrietvelden. De tocht eindigde bij een groot houten hek, dat ik langzaam opende. Fritz, hoofd sales van Fetisso, stond op van een met papieren bezaaide picknicktafel. Hij leidde me naar een lagergelegen bunker aan de afgrond van een heuvel. Een man zonder shirt maar met een pluizige baard verscheen in een van de gigantische deuren van de bunker: Willi. De architect van het geheel is René Savoy, ook een partner in Fetisso. De fetisjfabriek is zijn meesterwerk. Van buitenaf ziet het eruit als een klein stenen fort. Hij bracht me naar zijn kantoor, waar een stenen penis op een plank boven zijn bureau dienst doet als presse-papier. René sprak snel en lachte zo nu en dan als een gestoorde professor. Hij verzekerde me dat hij jarenlang de menselijke anatomie bestudeerd heeft om ervoor te zorgen dat de producten van Fetisso aanvoelen als een tweede huid. In zijn dromen ziet hij de mensen die hij bewondert in zijn latex creaties rondlopen. Als hij vervolgens wakker wordt, schetst hij de designs en maakt hij de mallen voor de kledingstukken. Hoewel hij vol liefde over zijn werk praat, was René helemaal niet zo’n fan van latex voordat hij bij Fetisso betrokken raakte. Maar hij zou het leven dat Fetisso hem geeft nooit kwijt willen. “Dit houdt ons jong,” zei hij. “We zijn een stel idioten bij elkaar. Ik voel me vaak alsof ik vijftien ben. Dat brengt deze plek je: het gevoel van vrijheid. Ik doe wat ik wil. Morgen kan ik dood zijn, dus waarom zou ik vandaag geen latex maken?”

Advertentie

In de werkplaats van René vind je in een hoekje aan een rek een serie levensgrote grijze torso’s met piemelmallen eraan. Ook bungelt er een griezelig anatomisch correcte arm aan het plafond. René maakt alles in principe uit hout en klei, maar “intieme onderdelen als een penis, een voet, een hand, tieten of billen” maakt hij van glasvezel, die dan ook in latex gedoopt worden. Condooms worden volgens dezelfde techniek gemaakt, maar de handgemaakte mallen van René maken de kleding van Fetisso tot ambachtelijke producten—ook al gaat het hier om rubberen hemdjes met tepelgaatjes, fietsbroekjes met penishoesjes en maskers voor beulen.

Aan een andere werktafel stond een bol Braziliaans mannetje zacht pleisterwerk te boetseren op de dij van een mal voor een extra groot jumpsuit. Zijn naam was Tecio “Junior” Machado da Silva, en van hem begreep ik dat Fetisso een pseudo-coöperatie is. Junior zit dus ook bij vergaderingen en krijgt aan het eind van het jaar een deel van de winst. Hij werkt er al veertien jaar, samen met zijn vrouw Monica.

Later ontmoette ik Jose “Nissinho” Edmilson, de general manager van de fabriek, die me een tour gaf door de rest van het productieproces. We begonnen in een betegelde kamer waar de mallen net in de vloeibare latex gedoopt waren. Deze mallen leken het meest op de voorbenen van een paard. Bij navraag bleken dit handschoenen met hoeven in plaats van vingers te zijn, om te voldoen aan de vraag van mensen die graag eens als een paard bereden willen worden. Ik voelde met een vinger langs de onderkant van een hoef. Het latex voelde als een mix tussen dikke verf en rubber cement. Nissinho vertelde me dat het dompelen van de mallen in het latex een van de beste baantjes in de fabriek was—mits je je over de sterke ammoniakgeur heen kan zetten.

Advertentie

Maar Fetisso is een egalitair bedrijf, dus alle werknemers moeten alle verschillende soorten fabriekshandelingen volgens een wisselend rooster verrichten. Van daaruit gingen we naar een kamer waar de kledingstukken versterkt werden. Daar spoot een man vloeibare latex uit een spuitpistool op de hoekjes en randjes van een korte broek met ingebouwde piemel. Zodra dat droog was, werd met wit poeder de broek van de mal afgehaald. Vervolgens wordt de latex gebakken in een oven en gewassen in bepaalde chemicaliën, die ervoor zorgen dat er geen glijmiddel nodig is om de latex te dragen. Alle vrouwen van Fetisso zetten op een andere verdieping de puntjes op de i, in een lichte, frisse ruimte met een verjaardagskalender aan de muur. Monica Maria, de vrouw van Junior, vouwde de pornoverpakking van Fetisso’s producten samen. Ik vroeg Monica of ze de kleren die ze helpt maken weleens draagt en ze vertelde me dat ze een kort broekje en een string heeft. Ik vroeg haar of die haar sterk, vrouwelijk en machtig lieten voelen. “Nee, niet echt,” zei ze.

Nissinho zei dat hij ooit tijdens carnaval een latex shirt had aangetrokken, maar dat dat te warm en zweterig was. Ik vroeg hem wat hij het leukst vond aan zijn werk. “Als ik betaald word,” zei hij. Blijkbaar deelt niet iedereen in het bedrijf de liefde die Willi en Fritz voor latex hebben.

De volgende dag bezocht ik een rubberplantage. Een seringueiro, die de latex verzamelt zoals dat al eeuwenlang gebeurt, leende me zijn mes en liet me zien hoe ik een inkeping in de schors moest maken. Terwijl ik het goedje langs de rauwe, kale stam van de boom zag glijden kreeg ik het gevoel dat er misschien toch wel iets inzat. Dat latex op een natuurlijke manier verbonden is aan seksuele kracht en dat Fetisso daar handig op inspeelt. Willi had zijn gênante geheimpje omarmd en een droomleven voor zichzelf gemaakt. Op zijn 54ste is hij met pensioen gegaan, omringd door vrienden en het materiaal waar hij seksueel opgewonden van raakt—om nog niet te spreken van het Braziliaanse strand en de boomhutten.

Toen ik een paar weken later weer in New York was, wandelde ik de Gothic Renaissance binnen, een fantasywinkel in de buurt van Union Square. De boetiek was gevuld met neon korsetten, rijkelijk met spikes bezaaid leer en platformlaarzen voor zover het oog reikt. “Ik ben op zoek naar latex,” zei ik tegen de wulpse blondine achter de kassa. “Weet waar je aan begint,” vertrouwde ze me toe. Ze zei dat het even kon duren voordat het latex goed om mijn lichaam zou zitten. Aan de haakjes onder de kassa hingen de zwarte doosjes van Fetisso: handschoenen voor mannen en vrouwen, een asymmetrische jurk, leggings en een topje. Ik vroeg haar welk product het populairst was. “De handschoenen,” zei ze. “Mensen zijn dol op de handschoenen.”