FYI.

This story is over 5 years old.

Kunst

Stofzuigers zuigen de cellulitis uit deze rubberen billen

Rimpels, Rembrandt, rubber en eeuwenoude galopperende paarden zijn de inspiratiebronnen van Tchelet Weisstub.

Hologrammen van haar oma, een damesbuste met cellulitis, potvissen in een autoraam en een behaarde gipsen hand die een bijna onzichtbaar kopje vasthoudt. Dit alles is onderdeel van het werk I don’t believe in death (I just believe in transformation) van Tchelet Pearl Weisstub. Deze fascinerende installatie vol sculpturen en technologische snufjes, presenteerde ze vorig jaar op de Rijksakademie voor Beeldende Kunsten. Om uit te zoeken wat al die absurde objecten met elkaar gemeen hebben – maar vooral om te zien waar de kunstenaar nu mee bezig is – zoek ik Tchelet op in haar studio.

Advertentie

Over de rimpelige rubberen buste vertelt Tchelet dat ze een mal heeft gemaakt van haar eigen lichaam. Deze buste zit vast aan een soort stofzuiger, die alle lucht eruit zuigt waardoor het verandert in een oud, rimpelig lichaam. Met billen vol cellulitis dus. Doordat er constant lucht in en uit het lichaam wordt gepompt, lijkt het alsof de sculptuur ademt.

Tchelet vertelt dat ze danseres en theatermaker was voordat ze begon met beeldende kunst, waardoor het menselijk lichaam – en de beperkingen ervan – nog vaak terugkomt in haar werk. In deze installatie I don’t believe in death onderzoekt Tchelet vooral hoe ze leven kan geven aan objecten. Dat zie je ook in de ets van een potvis op een autoraam, die ze maakte toen er een hoop walvissen aanspoelden, onder andere op de stranden van Texel.

In haar sculpturen en installaties verwerkt Tchelet naast vragen rondom leven en dood van alles met een link met haar geboorteland Israël. Herinneringen, visuele associaties, politieke en historische referenties bijvoorbeeld. Daarnaast vindt Tchelet dat de samenleving natuurlijke processen van verval en ouderdom negeert of probeert te veranderen.

Misschien is het dus niet zo verrassend dat de oma van Tchelet ook een grote rol speelt in haar installatie. Als hologram zit oma in haar huiskamer, terwijl ze in een mix van Hebreeuws en Duits vertelt over haar eerste herinneringen aan technologie. Zo heeft ze het op een gegeven moment over een zeppelin: “ik dacht dat het eruit zag als een banaan die door de lucht vloog.”

Advertentie

Ook al is de achtergrond vaak vrij complex en theoretisch, voelt het werk van Tchelet niet als een kunstzinnige geschiedenisles. De installaties zijn ook gewoon leuk om naar te kijken. Op het moment dat ik haar spreek is ze een nieuw werk aan het opbouwen, waarvoor ze wat stukken kunst uit de collectie van de Rijksacademie van beeldende kunsten overhoop heeft gehaald. Ze jatte vier replica’s van een paar honderd jaar oud van nog oudere paardenbenen, en die galopperen nu in haar atelier. Het draait om wat nou eigenlijk de waarde van een kunstwerk is. Want doordat Tchelet zulke oude spullen heeft gebruikt, heeft haar werk een flinke historische en financiële waarde. Maar daardoor kan ze het ook niet meer verkopen, want als haar expositie is afgelopen, moet alles terug worden geplaatst in de stoffige archieven van de Rijksacademie.

Terwijl Tchelet over haar installatie vertelt laat ze een quote van Walter Benjamin vallen: “Er is geen document van beschaving dat geen document is van barbaarsheid.” Deze kritische toon komt in Tchelet’s werk vooral naar voren in een mechanische sculptuur waarin een standbeeld van een Maria met kind – dat in de Tweede Wereldoorlog werd gestolen door nazi’s – is verpakt in een vilten doek. Tchelet vertelt dat het werk nog niet helemaal af is, maar het is de bedoeling dat een sculptuur van een arm – die een middelvinger opsteekt – naast Maria heen en weer beweegt en daarbij de neus van het kindje nét niet aanraakt.

Dit nieuwe werk is van 24 tot 26 november te zien op de open dag van de Rijksakademie voor Beeldende Kunsten in Amsterdam. Meer werk van Tchelet Pearl Weisstub is te vinden op haar website.