FYI.

This story is over 5 years old.

Eten

Moeten Parijzenaren wel met zijn allen weer naar de bistro?

We vroegen mensen uit de Franse restaurantwereld, journalisten, gastronomische recensenten en een veiligheidsspecialist of Parijzenaars massaal moeten terugkeren naar de restaurants, de bars en de terrassen – of juist niet.

Parijzenaars werden afgelopen weekend wakker met de grootste kater uit hun geschiedenis, maar ook Parijse restaurantwezen was diep geraakt door de aanslagen. Niemand durfde de straten op, laat staan dat ze uit eten wilden gaan. Een collectief van restauranthouders probeerde daarom mensen op te roepen om terug te keren naar de cafés en restaurants. Ze lanceerden het initiatief #tousaubistrot op social media. Ze hoopten dat het dagelijks leven gewoon weer zou worden opgepakt, niet alleen om de kassa's van de restaurants te vullen, maar ook om een statement te maken naar de terroristen: we leven gewoon door. Het bericht, dat voor het eerst werd uitgezonden door de restaurantgids Le Fooding, werd vervolgens vele malen gedeeld en opgepikt door verschillende kranten, wat bijdroeg tot een vlaag van belangstelling.

Advertentie

Une photo publiée par Le Fooding (@lefooding) le 15 Nov. 2015 à 14h10 PST

Wij vroegen mensen uit de restaurantwereld, journalisten, gastronomische recensenten en een veiligheidsspecialist of de Parijzenaars wel massaal moeten terugkeren naar de restaurants, de bars en de terrassen – of juist niet. We probeerden te begrijpen waar de grens ligt tussen je te verweren en het risico om je daarmee juist voor nieuwe aanvallen bloot te geven.

Dit is wat ze ons vertelden.

Grégory Marchand — eigenaar van de restaurants Frenchie en Frenchie to Go

Na drie dagen van nationale rouw moet, met alle respect voor de slachtoffers en hun families, het leven doorgaan. Als restauranthouders zijn we een belangrijk onderdeel van het sociale leven. De mensen hebben behoefte aan een plek waar ze elkaar kunnen ontmoeten en hun ervaringen kunnen uitwisselen. De dag na de aanslagen waren we gewoon open voor het ontbijt en één ding is zeker: ondanks de grimmige sfeer was het toch fijn. Het was geen gemakkelijke beslissing, want de Parijzenaars, waaronder ook ons personeel, werden allen direct of indirect geraakt. We moesten met iedereen rekening houden, maar we voelden ons verplicht de deuren te openen omdat het leven doorgaat. We wilden ook hulp bieden aan toeristen, die volledig verloren door de stad dwaalden. We hebben niet alleen onze deuren geopend, maar ook onze armen.

Veel klanten kwamen ons vertellen dat ze opgelucht waren naar een restaurant te kunnen en dat dit hen hielp hun angst te overwinnen, vooral de dag na de aanslagen. Velen waren ook aangenaam verrast toen ze zagen dat we gewoon open waren.

Advertentie

Er is natuurlijk altijd een risico en gevaar valt nooit helemaal uit te sluiten. Het is net als met fietsen: je moet na een val onmiddellijk opnieuw in het zadel springen. Het hele weekend open blijven was voor ons ook een manier om te zeggen: Fuck you! We zijn hier toch, bende debielen.

Voor de restaurantwereld is dit een moeilijke periode, zowel op emotioneel als op professioneel gebied. We kregen heel veel annuleringen te verwerken. Dat is natuurlijk begrijpelijk, maar ik heb dan wel zin om tegen klanten te zeggen dat het leven doorgaat. Ondanks alles zaten de terrassen in de rue Montorgueil op zondag afgeladen vol. Beetje bij beetje pakken mensen hun sociale leven weer op. Zo proberen we de centrale plaats die we hebben in mensen hun dagelijkse leven hebben weer in te nemen. Het is ons beroep om mensen te laten ontspannen.

Sébastien Demorand – culinair journalist

Moeten we stoppen met ademen? Natuurlijk niet. En als we niet stoppen met ademen, moeten we dus ook niet stoppen met uitgaan. De horror van afgelopen weekend vergeet je niet zomaar en blijft natuurlijk in ons achterhoofd hangen. Sommigen zeggen dat alcohol helpt om pijn te vergeten, dus ik ga donderdag een goed glas Beaujolais drinken – of meerdere. Na twee of drie glaasjes zullen wij, de ongelovigen en afvalligen, een beetje levensvreugde terugvinden. We moeten drinken om te blijven feestvieren, om samen te zijn en elkaar terug te vinden.

Advertentie

Gezelligheid is belangrijk in de horeca. Als culinair journalist vind ik het dus belangrijk om die gezelligheid opnieuw op te wekken. We kunnen niet ontkennen dat er gevolgen zullen zijn voor de restauranthouders, al kan je niet onmiddellijk de schade die angst veroorzaakt opmeten. In januari [na de aanslag op Charlie Hebdo en Hyper Casher] daalde de opkomst in bars en restaurants tussen de 10 tot 15 %. De angst voor dalende inkomsten is dus begrijpelijk, maar we moeten dit proberen achter ons te laten, anders zijn we op elk niveau verloren.

In Londen gaat men naar de pub, in Parijs gaan we naar de bistro. De dag na de aanslagen zag je wat opvallends op social media: iedereen had juist zin om zich in de bistro's op een vrolijke, ietwat ongepaste manier te gaan verzetten tegen de gebeurtenissen. Dat is een prachtig symbool dat ook deel uitmaakt van onze cultuur. We gaan naar een café om elkaar te ontmoeten, te kletsen, te lachen, het over de politiek en over het verbeteren van de wereld te hebben – allemaal zaken voor ongelovigen dus. Dat is een ijzersterk beeld. De lichtheid van de Parijzenaren werd geraakt, onze traagheid en roekeloosheid stond onder vuur. De Franse tafel is de afspiegeling van onze maatschappij, het is een microtheater – een plek voor culturele, economische, sociale maar vooral menselijke uitwisselingen. Men moet er naar terugkeren, om levend te blijven.

Alexandre Cammas – medeoprichter van restaurantgids Le Fooding

Advertentie

De Parijzenaars moeten massaal terugkeren naar de restaurants, de bars en de terrassen zodat Parijs Parijs kan blijven. Zo simpel is het. Dat is misschien een beetje naïef, of romantisch zelfs, maar het is ook waarom de hele wereld van deze stad houdt. Het is een daad van verzet, maar het is ook een manier om de huidige omstandigheden, waar we dankzij mensen als Bush of Blair mee geconfronteerd worden, te aanvaarden.

Julien PHAM – hoofdredacteur van FRICOTE, het magazine van de "stadse hedonist"

Bij FRICOTE hebben we het initiatief van de restauranthouders gevolgd. De draad van het dagelijkse leven oppakken wordt door #tousaubistrot aangemoedigd. Je voelt heel duidelijk dat er twee groepen zijn: zij die denken dat we zo snel mogelijk doormoeten met het leven en zij die daar nog te getraumatiseerd voor zijn. Als gastronomisch medium willen we een voorbeeld zijn, al kunnen we niemand verplichten om uit te gaan. Iedereen moet natuurlijk zijn gevoel en zijn ritme volgen.

Afgelopen zondag wilde ik laten zien dat we niet bang zijn, dat het leven doorgaat, dat we ons tegen terreur moeten verzetten. Ik ging naar de bioscoop. Er was een (vals) alarm en ik ben nog nooit zo bang geweest. Met vijf andere mensen bleef ik twintig minuten verscholen in de wc's. Dus ik ga vanavond wel ergens wat drinken, maar voetbal kijken doe ik thuis.

Je kunt de economische gevolgen voor de restauranthouders niet ontkennen. Ondanks alles geloof ik niet dat het initiatief #tousaubistrot een "vuile marketingstrategie" is, zoals iemand zei onder de foto van het evenement. Natuurlijk is het voor sommigen een manier om de boel te redden, maar het idee is helemaal niet om poen te scheppen. We hebben al genoeg verloren, dus laten het daarbij houden en daar geen restaurants aan toevoegen.

Advertentie

Antonin Iommi-Amunategui – wijnblogger en organisator van wijn-evenementen

Moeten we massaal terug naar de bistro's? Nee. Ik denk dat men er op een normale manier naar moet terugkeren. Dus uiteindelijk toch redelijk massaal. We zijn ten slotte toch in Frankrijk – we gaan niet stoppen met uitgaan en drinken. Niemand is er trouwens mee gestopt. We hebben misschien juist een glaasje meer thuis gedronken, maar vanaf zondag zaten de bars weer vol. Er was een behoefte om buiten te zijn, samen te komen en dan eindig je hoe dan ook in de bistro.

Ik denk niet dat naar restaurants of bars gaan echt een daad van verzet is. Maar het is noodzakelijk, al is het om te huilen of samen boos te zijn. Zolang we het maar samen doen, in een bistro, rond één of twee flessen wijn. Wat is het alternatief? Wachten tot de internationale situatie er beter op wordt en dan pas terugkeren naar het terras? Laat me niet lachen. En hoe gaan we de wereld verbeteren, als we niet meer naar de bistro gaan?

Mathieu Zagrodzki – medewerker en onderzoeker in het CESDIP laboratorium en consultant in de publieke veiligheid

In Frankrijk hebben we het geluk te mogen genieten van dagelijkse pleziertjes: een glas gaan drinken met vrienden of naar een concert luisteren. Ik begrijp dat dit nodig is, al is het maar om te kunnen ontspannen na het werk. Momenteel schuilt er ook een daad van verzet achter deze gewoonte. Men wil niet bang zijn en gaat daardoor een zekere levensstijl met bepaalde waarden verdedigen – dezelfde die Islamitische Staat verbiedt. Toch zou ik eerder het voorzichtigheidsprincipe hanteren. We moeten ze niet uitdagen.

Advertentie

Maar goed, ik ben toch een glas gaan drinken zondag. Ik wil degenen die het initiatief (#tousaubistrot, #jesuisenterrasse) gelanceerd hebben niet veroordelen: de restaurantwereld dreigt afgestraft te worden door het angstklimaat, zoals na Charlie. Het is natuurlijk in hun voordeel om die trend te willen bestrijden. Op de Champs Elysées verdwijnen nu een aantal terrassen, maar is dat echt efficiënt? Iemand die mensen wil vermoorden kan evengoed naar binnen stappen en zijn ding doen.

Er blijft wel een risico. De regering zegt dat we voorzichtig moeten zijn en daar zijn natuurlijk redenen voor. Iedereen herinnert zich ook de gebeurtenissen in januari. Er was niet alleen een schietpartij bij Charlie Hebdo, maar ook de gijzelingen in de drukkerij. Hier gingen enkele dagen overheen, dus je weet nooit wanneer het is afgelopen.

Emma Sanz – communicatieverantwoordelijke bij restaurants Mary Celeste, de Glass, de Hero en de la Candelaria

Een van onze restaurants, de Mary Celeste, bevindt zich op enkele straten van de Bataclan. Op de avond van de aanslagen zijn we open gebleven en hebben we de ruimte ter beschikking gesteld voor de vrijwilligers van het Rode Kruis. We hebben ze ook de hele avond van warme drank voorzien.

De volgende ochtend zijn we meteen samengekomen en hebben we de balans opgemaakt. Sommige personeelsleden voelden zich niet in staat om te werken en dat is normaal, terwijl anderen juist de noodzaak voelden om door te gaan. We wilden doorgaan met de ontvangst van onze klanten en iedereen die niet alleen thuis wil blijven. Openblijven is ook een manier om onze steun te betuigen aan de restauranthouders, de chefs en de kelners die op de een of andere manier door de aanslagen werden geraakt. Het is moeilijk om toe te geven, maar ook al riskeren we elke dag iets, we gaan niet stoppen met werken.

In economisch opzicht weten we dat de komende dagen en weken vrij hard zullen zijn. Tegelijk is het een beetje vroeg om te stellen dat het invloed zal hebben op het aantal restaurantgangers. Onze vrienden van bij Ten Belles kennen sinds zaterdag een recordaantal bezoekers, wat juist laat zien dat mensen het fijn vinden nu naar een café te kunnen. We hebben echt menselijk contact met de klanten en hier en daar wordt weer geglimlacht. Onze collega's die in dezelfde straat werken, komen af en toe hallo zeggen en vragen hoe het gaat. Het is een vreemde periode, tegelijk erg hard en erg mooi.

Opgetekend door Léo Bourdin en Lucie Cheyer. Dit stuk verscheen eerder deze week op MUNCHIES Frankrijk.